Het klinkt misschien logisch maar het is niet altijd vanzelfsprekend dat je paard van oren tot staart zo buigt dat het in de volgorde 'oren, hals, schouder, middenhand, achterhand' de wending door gaat. Anderzijds heb je soms ook ruiters die hun paard 'proberen in te halen' en niet wachten tot de middenhand, waar ze opzitten, 'aan de beurt is'.
Paarden zijn enorme meesters in 'doen alsof' en als je dan als ruiter even niet door hebt dat het paard bijvoorbeeld niet buigt zoals het hoort, dan loop je soms ineens achter de feiten aan. Dus is het belangrijk dat je blijft controleren of het paard goed stuurt. Veel houdingproblemen hebben hun oorsprong in een probleem in tempo- of richtingcontrole. Zelfs paarden op hoger niveau sturen niet altijd écht goed. En dan bedoel ik niet dat het paard rechts gaat als de ruiter links wil. Dat zou maar erg zijn! Maar veel paarden vertragen in hun sturen, lopen hun lijn nét niet zoals zou moeten. In dat geval is de houding van het paard, bijvoorbeeld het over de schouder vallen, ook niet makkelijk te verbeteren. Dus blijf altijd alert of een paard met zijn oortjes als eerste de bocht om gaat en ook direct als de ruiter de richting verandert. Dat is het stukje sturen. Dan gaan we bekijken of de hals van het paard volgt, zijn schouder, de middenhand en de achterhand. We hebben het hier natuurlijk over fracties van seconden. De schouder komt niet drie seconden later dan de oortjes de bocht om.
Veel paarden proberen de achterhand 'voor te laten piepen' omdat ze bijvoorbeeld over de schouder vallen. Andersom proberen ook veel paarden hun schouder eerder de bocht om te duwen door naar binnen te vallen. Oefeningen om te paard recht te richten kunnen je hierbij helpen.
Als ruiter moet je meedraaien met je paard maar je mag hem niet inhalen of juist achterblijven! Je zult dus op het juiste moment mee moeten draaien en juist zoveel als de lijn van de wending. Dus wanneer het 'de beurt' is aan de middenhand, dan dien je als ruiter mee te gaan in de wending.