In de laatste twee artikelen veel aandacht voor oefeningen voor de ruiter zónder paard; nu weer een oefening voor de ruiter te paard. Een oefening voor iedere ruiter op elk niveau. Het klinkt heel simpel: als de piste net gesleept is of als heeft geregend en je ziet waar je hebt gereden (een spoor) dan kun je deze oefeningen doen.
Oefening 1: na het losrijden ga je op een volte draven, bijvoorbeeld bij E en B. Zorg er eerst voor dat je volte mooi rond is en rijd dan maar eens vijf/zes keer dezelfde volte zonder van jouw spoor af te komen. Het spoor moet ook 'smal' blijven. Rijd je steeds nét op een andere lijn dan zal het spoor breder worden.
Oefening 2: doe hetzelfde maar nu op de andere hand. Klinkt weer simpel... is het niet! Zowel jij als je paard hebben een voorkeurskant en elk paard is in meer of mindere mate scheef (een banaan). Het zal moeilijker zijn om je paard op het spoor te houden als de bolle kant van jouw paard aan de buitenkant zit. Jouw paard zal de cirkel groter willen maken. Krijg je het voor elkaar om op hetzelfde lijntje te blijven op beide handen, dan is jouw paard mooi recht of heb je hem door deze oefening recht(er) gemaakt.
Huh? Recht maken op een volte? Ja zeker, recht in de zin van: het paard volgt met zijn achterbenen exact het spoor van zijn voorbenen.
Gaat dit goed? Mooi, oefening 3:
Hetzelfde op beide handen maar nu met tempowisselingen: van B tot E een hoger tempo (meer dan arbeidsdraf) en van E tot B een lager tempo (minder dan arbeidsdraf maar denk aan je paard 'sluiten', dus niet grote trage passen maar kleine snelle passen). En dan nog steeds op je lijntje blijven! En zorgen dat het lijntje niet breder wordt!
Tot slot: oefeningen 1 tot en met 3 kun je uiteraard ook in galop doen. Je kunt dit prima zelfstandig doen want het spoor vertelt jou of je goed bezig bent ;-)
Succes!
