Talentontwikkeling verder dan ooit
feb
19
2008
Column Anky van Grunsven in de Telegraaf
Als ambassadeur van het Rabo Talentenplan valt het mij op hoe professioneel de jeugd tegenwoordig de paardensport beleeft. Dat verschilt enorm met mijn eigen jonge jaren. Mijn generatie was zeker fanatiek. Maar toen waren we al iets ouder. Met een jaar of twaalf, dertien was ik dagelijks aan het trainen. Daarvoor was het met de pony's vooral pure lol. Dat is nu wel anders.
Je ziet dat ouders van jonge mensen vandaag de dag mega investeren in de sport. De kinderen beschikken over meerdere paarden óf zelfs pony's en komen met superdeluxe materiaal en heuse vrachtwagens aan op concoursen. Op zich sta ik daar kritisch tegenover. Het moet niet om de spullen gaan, maar om de inzet. Aan de andere kant, als je iets goed wilt aanpakken, scheelt het veel als je materiaal in orde is en je paarden kwaliteit hebben.
Ook het Rabo Talentenplan speelt in op de professionalisering van de jeugd. Je ziet het al bij de echt jongere groepen. Kinderen krijgen een bepaald aantal lessen bij absolute topinstructeurs. Deze jeugdige ruiters worden niet dagelijks gevolgd, maar de KNHS, gefaciliteerd door de Rabobank, doet haar best deze groep te enthousiasmeren en een stukje vooruit te helpen.
Overigens zijn de ouders bij deze groep ook heel belangrijk. Zij worden bij dit proces nadrukkelijk betrokken. Dat is niet zomaar. In de paardensport zijn jongeren nu eenmaal heel erg afhankelijk van volwassen begeleiders. Alleen al om met je paard op een concours te komen, heb je iemand met rijbewijs nodig. En het werkt nou eenmaal stimulerend als ouders achter de hobby van hun kind staan. Maar het kan ook negatieve gevolgen hebben. Denk aan ouders die zich vaak met training en coaching gaan bemoeien en zo maar menen experts te zijn. Dit maakt het voor professionele begeleiders heel moeilijk.
Nogmaals, ik ben hierin kritisch, want een kind komt er alleen als hij of zij de innerlijke motivatie heeft. Maar een betrokken ouder, die de zaken ook nog eens objectief probeert te benaderen en graag meegaat op concours of naar een training, helpt natuurlijk wel. Ik spreek uit ervaring. Mijn vader vond het fantastisch wat ik deed. Hij was mijn trouwste fan. Was dat altijd prettig? Ach, we hadden ook wel eens onze mindere momenten. Ik ben wel eens heel hard van Prisco gevallen. Mijn vader was op zo'n moment best hard naar mij. Terwijl mijn moeder graag zag dat ik lekker binnenkwam, hield hij 'niet van gezeur' en dus wenste hij dat ik gewoon gelijk weer verder ging. Als ik er nu op terugkijk, heeft zijn gedrag er uiteindelijk wel toe geleid dat ik net iets verder ging dan veel van mijn leeftijdgenoten.
De KNHS levert voor de belangrijkste groep binnen de huidige talentontwikkeling, het talententeam, tegenwoordig een compleet professionele begeleiding. Werkelijk aan alles wordt gedacht. Zo krijgen de tien talenten uit dit team onder andere mediatraining, hebben zij geregeld bijeenkomsten met de dierenarts - zodat zij anders leren kijken naar hun eigen paarden - en één keer in de maand komen ze samen op Papendal om het eigen fysiek aan te pakken. Naast al deze maatregelen trainen zij natuurlijk dagelijks bij de allerbeste trainers. Op die manier is hun begeleiding dus optimaal.
Zelf begeleid ik de laatste jaren standaard twee à drie talenten uit dit team. Niet alleen als trainer, maar vooral als coach is het een superleuke uitdaging. Ze zijn nog gretig, ze willen graag leren en ze zijn bloedfanatiek. Het is een boeiend proces om met dat soort jongeren een korte en lange termijn uit te stippelen waarbij hun paarden fit blijven en ze tegelijkertijd zo goed mogelijk presteren.
Anky van Grunsven